10 Proef - 2.1 PAARDEN
Niveau 2 proef 1 20-60
Ellen Marynissen
Femke C
  C Diff
1 A-X
X
Binnenkomen in arbeidsdraf
Halthouden en groeten, daarna voorwaarts in
arbeidsdraf
7
2 C Rechterhand 7
3 M-B Schouderbinnenwaarts 7
4 B-X-E S van hand veranderen 7
5 E-K Schoudernbinnenwaarts 6
6 A Kurzkehrt links (vanuit stap), daarna

arbeidsdraf
7
7 V-X-R
R
Van hand veranderen in middendraf
Arbeidsdraf
7
8 (overgangen arbeidsdraf-middendraf en

middendraf-arbeidsdraf)
7
9 H
E
Middenstap
Links afwenden
2 6
10 X Halthouden, 3-5 passen achterwaarts, daarna

voorwaarts in middenstap
5
11 B
(X-B-F-A)
Rechterhand
(De middenstap)
2 6
12 A Arbeidsgalop rechts aanspringen 7
13 H Keertvolte (10m) (zonder galopwissel) 6.5
14 E-K-A Contragalop 6.5
15 A Enkelvoudige galopwissel 6
16 F-E Van hand veranderen (zonder galopwissel) 7
17 E-H-C Contragalop 6.5
18 C Enkelvoudige galopwissel 6
19 R-P
P
Middengalop
Arbeidsgalop
7
20 (overgangen arbeidsgalop-middengalop en

middengalop-arbeidsgalop)
7
21 A Arbeidsdraf 7.
22 E-X-B Door een S van hand veranderen 6.5
23 S-X-P
P
Van hand veranderen in middendraf
Arbeidsdraf
6
24 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
7
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
   
 
1 Zuiverheid der gangen, lichtheid, soepelheid

en regelmaat
2 7
2 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het

ondertreden van de achterhand)
2 7
3 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van
de hulpen (aandacht en vertrouwen,
harmonie, ontspanning, aanleuning en
relatieve oprichting)
2 6
4 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het

correcte gebruik van de hulpen
2 7
 
1ste fout
2de fout
3de fout