8 Proef - 1.2 PAARDEN
Niveau 1 proef 2
Amélie Maes
Qc Feldana
  H C Diff
1 A-X
X
Binnenkomen in arbeidsdraf
Halthouden en groeten
Voorwaarts in arbeidsdraf
6.5 6.5
2 C Rechterhand 7 7
3 B Volte (10m) 6 6.5 ±0.5
4 A
C
Afwenden
Linkerhand
6.5 7 ±0.5
5 E Volte (10m) 6 6
6 F-X-H Van hand veranderen in middendraf,

daarbij lichtrijden
6 6
7 H Arbeidsdraf 6 6.5 ±0.5
8 B Halthouden, 3-5 passen
achterwaarts en terug halthouden,
daarna voorwaarts in middenstap
5 6.5 ±1.5
9 K-B Van hand veranderen in middenstap 4 5 ±1
10 B Bij het bereiken van de hoefslag

arbeidsgalop links
7 6.5 ±0.5
11 C-X-C Cirkel (nmaal rond) en aan de open
cirkelzijde ( /- X) over de manenkam
strijken (überstreichen)
7 7
12 C
H-K
K
Hoefslag volgen
Middengalop
Voor de korte zijde arbeidsgalop
3 3
13 F-X-H
Tussen
F en X
Van hand veranderen
Overgang naar de stap, middenstap
2 4 ±2
14 H Arbeidsgalop rechts 5 6.5 ±1.5
15 C-X-C Cirkel (20m) 6.5 6.5
16 C
B
Hoefslag volgen
Arbeidsdraf
6.5 6.5
17 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
7 7
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
     
 
1 Zuiverheid der gangen, lichtheid, soepelheid

en regelmaat
2 6.5 6 ±0.5
2 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het

ondertreden van de achterhand)
2 6 6.5 ±0.5
3 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van
de hulpen (aandacht en vertrouwen,
harmonie, ontspanning, aanleuning en
relatieve oprichting)
2 4.5 6.5 ±2
4 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het

correcte gebruik van de hulpen
2 6 6.5 ±0.5
 
1ste fout
2de fout
3de fout