9 Paard Niveau 3 | Niveau 3 | N3.1 (20x60)
Niveau 3 proef 1 20-60
Isabelle Piessens
Luiz Ballante
  C Diff
1 A-X
X
Binnenkomen in verzamelde draf
Halthouden en groeten, daarna voorwaarts in
verzamelde draf
7
2 C
(C-M-B)
Rechterhand
(verzamelde draf)
7
3 B Volte (8m) 7
4 B-F Schouderbinnenwaarts 7.5
5 A
Tussen
D&X
(tot R)
(R-M-C-H)
Afwenden
Appuyeren naar rechts
(Verzamelde draf)
7
6 E Volte (8m) 6.5
7 E-K Schouderbinnenwaarts 7
8 A
Tussen
D&X
(tot S)
(S-H-C-M)
Afwenden
Appuyeren naar links
(Verzamelde draf)
5.5
9 R-X-V
V
Van hand veranderen in middendraf
Verzamelde draf
6
10 (De overgangen arbeidsdraf-middendraf en

middendraf-arbeidsdraf)
6.5
11 A Kurzkehrt links (vanuit stap), daarna

middenstap
6
12 A-K-E Middenstap 2 6
13 E-M
(E-M-C)
Van hand veranderen in uitgestrekte stap
Uitgestrekte stap
2 5.5
14 Vr C
C
Middenstap
Aanspringen in verzamelde galop links
6
15 S-V
V
(V-K-A-F)
Middengalop
Verzamelde galop
(Verzamelde galop)
6
16 P-X-S
Vr S
(S-H-C-M)
Van hand veranderen
Vliegende galopwissel
(verzamelde galop)
2 6.5
17 R-F
F
Uitgestrekte galop
Verzamelde galop
6
18 (overgangen verzamelde galop-uitgestrekte
galop en uitgestrekte galop-verzamelde
galop)
6.5
19 (F-A-K)
K-X-M
X
(verzamelde galop)
Van hand veranderen
Vliegende galopwissel
2 6.5
20 C
S-X-P
P
Verzamelde draf
Van hand veranderen in uitgestrekte draf
Verzamelde draf
6.5
21 (De overgangen verzamelde draf-uitgestrekte
draf en uitgestrekte draf-verzamelde draf)
7
22 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
7
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
   
 
1 Houding en zit van de ruiter;
(hoofd, schouders, bovenlichaam, heupen, rug,
armen, handen, benen, voeten en hielen)
Goede controle over het bovenlichaam,
elastisch versus stijf, losjes versus onstabiele
zit
2 7
2 Effectiviteit van de hulpen;
De mogelijkheid van de ruiter om het paard
positief te benvloeden en het paard correct
voor te stellen volgens het scala van de
africhting.
Focus hoofdzakelijk op de ontspanning, de
aanleuning, rechtgerichtheid en evenwicht
2 7
3 Precisie;
De mate waarin de oefeningen worden
voorbereid, de nauwkeurigheid van de
uitvoering van de figuren, de uitvoering op de
precieze plaats en het behoud van het correcte
tempo.
2 6.5
4 Algemene indruk;
Harmonie tussen ruiter en paard
Correctheid van de gangen.
Het gunstig presenteren van het paard
2 6.5
 
1ste fout
2de fout
3de fout